Galaxies, meer galaxies en geen galaxy

Dijkgatsbos, maandagavond 21 september 2020

Goede dingen komen vaak in setjes, in april had ik twee goede waarneemsessies en ook deze september is het nu voor de tweede keer in een week raak. Rond negen uur rij ik de parkeerplaats op. Jan is er al en Harro volgt een halfuur later. Gelukkig zijn er deze keer geen amateurcoureurs of amateurbands dus het is een en al rust.

Het Andromedastelsel is eenvoudig met het blote oog te zien, en ook het Dubbele Cluster dingt mee om de aandacht. Mijn nieuwe smartphone met astrophotography mode weet wel raad met dit tafereel en schudt, staand op mijn gorilla-statiefje, deze beelden uit zijn mouw, waarbij hij precies een minuut bezig is met belichten en stacken.

Koud is het niet maar wel weer vochtig, nog meer dan vorige week dus de dauwverwarming mag meteen aan. Tijdens het collimeren is de laserstraal mooi te zien in de mist en dat maakt de collimatie meteen mooi aanschouwelijk. Na de vangspiegel te hebben gesteld is de hoofdspiegel aan de beurt, en je ziet de inkomende en gereflecteerde stralen mooi samenkomen tot er nog maar één straal zichtbaar is.

Mijn plan voor deze avond is weer de omgeving van Lacerta, maar dan in een wat wijder gebied rondom, van Lyra via Cygnus en Lacerta naar Pegasus.
Als eerste zoek ik Abell 50 alias NGC6742 op, nog net in Draco in het grensgebied met Lyra en Cygnus. De planataire nevel laat zich goed zien maar het blijft bij een ronde vlek. Het OIII-filter werkt bij deze planetary vreemd genoeg averechts, in tegensteling tot wat je bij een planetaire nevel zou verwachten.
Net over de grens in Cygnus doe ik een poging op collega-planetary Abell 61 ofwel PK 077+14.1 . Helaas blijft deze onzichtbaar, met filter, zonder filter, hoge vergroting, lage vergroting. Het zal zijn zwakke magnitude van 13.4 zijn in combinatie met zijn vrij forse diameter van 3.4 boogminuten. Of ik moet gewoon beter uit m’n doppen kijken, maar mijn ego heeft een lichte voorkeur voor de eerste verklaring.

In Lyra heb ik een aantal galaxies op mijn lijst staan. De eerste is NGC6672, niet ver van Vega. Terwijl ik hem opzoek valt me op dat Skysafari dit object niet omschrijft als galaxy maar als meevoudige ster. Wanneer ik het object in beeld heb denk ik wel wat wazigheid te zien, als een galaxy met heldere voorgrondsterren. Maar ik zie toch vooral die twee sterren.

Zoeken op internet levert tegenstrijdige resultaten op, totdat de Poolse Wikipedia het mysterie oplost. Dit is de vertaling vai Google Translate:

NGC 6672 – een optisch drievoudige ster [2] [3] in het sterrenbeeld Luit. Het werd op 24 juli 1879 gecatalogiseerd door Édouard Jean-Marie Stephan, die het beschreef als een dubbelster waarvan de noordelijke component wazig is [1]. Deze “waas” was te wijten aan het feit dat de noordelijke component eigenlijk twee sterren zijn die alleen kunnen worden gescheiden met een grote telescoop. Tot nu toe behandelen sommige bronnen NGC 6672 als een dubbelster [1] [4] [5]. Sommige catalogi en databases van astronomische objecten (bijv. SIMBAD [6]) identificeren het sterrenstelsel LEDA 62044 (PGC 62044) ten onrechte als NGC 6672.

Simbad zit er dus naast maar ook in Deepskylog staat NGC6672 ten onrechte vermeld als galaxy – beheerders, lezen jullie mee? 😉 – met één waarneming door @wvreeven in 2016. Dat is een knappe prestatie, want in werkelijkheid heeft hij dus PGC 62044 gezien, wat een zwak exemplaar is. PGC 62044 is een stelsel dat een kleine 30 boogminuten verderop staat in Lyra. Hieronder is dit goed te zien op een screenshot van Simbad: deze geeft NGC6672 aan met de blauwe +, maar dat is dus PGC62044. De echte NGC6672 heb ik rood omkaderd.
Hier een close-up, waarbij je kunt zien dat het om een (minstens) drievoudige ster gaat. In het oculair heb ik dat overigens niet gezien, daar zag ik gewoon een dubbelster, zie de schets.
Verder heb ik in Lyra nog NGC6702, 6703 en 6711 op het programma staan. NGC6702 en NGC6703 laten zich makkelijk vinden. Ze staan vlak bij elkaar; NGC6703 springt in het oog maar zijn broer 6702 is een stuk zwakker, hoewel hij nog steeds duidelijk te zien is. Vorm of detail zie ik niet. Dichterbij Abell 50 ligt galaxy NGC6711, maar deze is zo zwak dat hij de signaal-ruisverhouding van mijn netvlies niet weet te overstijgen.
In Cygnus heb ik wat open clusters op mijn lijst: Do(lidze), Ro(slund) en Kro(wie weet waar die afkorting voor staat?) uit de IDSA, maar ik besluit deze te bewaren voor een andere keer. Want eigenlijk wil ik gaan clusterpluizen in Pegasus, en geduld is niet mijn sterkste kant. Daarom zwiep ik alvast die richting uit om nog wat te bekijken in Lacerta. NGC7223 is een tip van @TomC en die gaat nu voor de bijl. Ik zie een struis stelsel dat ook aan helderheid niets te wensen overlaat, maar geen detail. Voor nabijgelegen NGC7250 en NGC7248 geldt hetzelfde, maar die zijn iets subtieler – al blijken ze qua magnitude nominaal helderder.
Intussen staat de zomerdriehoek mooi hoog aan de hemel.

En dan is het nu echt tijd voor galaxyclusters. Als eerste breng ik opnieuw een bezoek aan Abell Galaxy Cluster 2634 In Pegasus, die van detailkaart D27 in de IDSA. Vorige week kwam ik hier niet verder dan hoofdstelsel NGC7720. Deze keer is de transparantie blijkbaar beter want ook kleine buur IC5342 laat zich zien. Iets verder weg, en niet aangegeven op de detailkaart, tref ik NGC7726 aan. Nog iets verderop heb ik weinig moeite met NGC7728. Hieronder een screenshot van Cartes du Ciel, met daaraan toegevoegd IC5342.

Geïnspireerd door het laatste verslag van @oetie besluit ik Pegasus I op de korrel te nemen, een galaxycluster laag in Pegaus, onder het herfstvierkant en net boven de kop van Pisces. In 2016 heb ik dit cluster ook al eens onder de loupe genomen toen ik nog een 10″ Dob had. Daarmee heb ik toen vier stelsels gezien: NGC7619, 7626, 7623 en 7631. Nu, gewapend met een 16″ en een nette transparantie kom ik verder. Op lage vergroting van 75x springen in elk geval NGC7619 en NGC7626 meteen in het ook. DIt zijn de grote jongens van het cluster, the big eyes. Zonder veel moeite kan ik ook de twee andere stelsels ontwaren die ik vier jaar geleden zag. NGC7623 staat aan de andere kant van een veldster, waarmee de eerder genoemde twee stelsels een Y-vorm maken. Verder naar het oosten is NGC7631 zonder veel moeite zichtbaar. In het zuidwesten is NGC7611 goed te zien. Voor zijn buur IC5309 moet ik beter mijn best doen, deze staat achter een vrij heldere veldster en maakt daarmee een beetje een NGC6672 (zie hierboven)-achtige indruk. Ik twijfel even of ik wel een stelsel zie, maar na enige tijd is de gloed toch wel overtuigend.
Vlak naast NGC7623 moet NGC7621 staan, maar die weet zich te verbergen, ik zie niets op die plek. Ook NGC7608, verder naar het westen, is een twijfelgeval, ook hier wil ik niet van een waarneming spreken. Hetzelfde geldt voor NGC7617, vlak naast de heldere NGC7619. NGC7612 is dan weer goed te doen evenals NGC7634 die zich min of meer buiten het cluster bevindt.
Heerlijk, dit speuren naar stelsels die soms helder zijn, soms nauwelijks waarneembaar en soms helemaal niet te zien. Eens kijken hoe ver ik de volgende keer kom.

Het is half twee, Harro is een halfuur geleden vertrokken en Jan en ik houden het ook voor gezien. Er hangt flinke mist, niet alleen in het Dijkgatsbos maar ook boven de polderweg naar Wieringerwerf en op de A7 tot aan Purmerend. Het is dus af en toe flink vaart minderen, maar toch ben ik netjes voor drie uur thuis.
Het is een schitterende avond geweest, ik ben dik tevreden en kan er weer even tegen.

 

Lacerta the lizard

Leiden, zondag 13 september 2020

Het is leuk dat het groen is onze nieuwbouwwijk inmiddels flink is gegroeid maar voor mij als waarnemer ontneemt mij dat een flink stuk van de hemel. Gelukkig is er rond het zenith nog een heel stuk hemel over. En daar staan natuurlijk de bekende zomersterrenbeelden Lyra en Cygnus, maar omdat ik drukke plekken momenteel liever mijd wijk ik uit naar het rustige kleine sterrenbeeld Lacerta, de hagedis. Een paar jaar geleden heb ik daar ook al eens thuis een avond aan gewijd voor een stel leuke open clusters uit de Herschel 400. Die wil ik nog wel eens zien, maar de IDSA laat nog een paar andere interessante objecten zien.

Op de een of andere manier lukt het me maar niet om de RDF en zoeker uit te lijnen. Nadat ik Deneb, Sadr en Altair niet in beeld krijg lukt het uiteindelijk wel met de Poolster. Ik had al bijna de handdoek in de ring gegooid.
Maar het is nog maar elf uur en Lacerta staat mooi bijna recht boven me. Ik start van onderaf bij Teutsch 39. Niet spectaculair maar wel een leuk open cluster van een stuk of tien heldere sterren die een langwerpig asterisme vormen bestaande uit een ruit en een rechthoek. Misschien is hij onder een donkere hemel mooier, ongetwijfeld wel. Dichtbij ga ik op zoek naar NGC7330, een stelsel van magnitude 13.6. Omdat het kan. Dat blijkt, want ik zie hem. Netaan, maar goed genoeg.

Een stuk naar het noordwesten trof ik in de IDSA BL Lacertae aan. De naamgeving doet een variabele ster vermoeden en dat dacht de ontdekker dus ook. Maar later werd ontdekt dat het gaat om een actieve galaxy kern of blazar op 900 miljoen lichtjaar afstand, die varieert in helderheid. Daarmee is BL Lac direct een soort prototype voor vergelijkbare objecten (zoals δ Cep voor de Cepheïden). De magnitude van BL Lac varieert tussen 14 en 17, maar volgens sommige bronnen kan hij tot bij magnitude 12 komen. Ik heb mazzel, want ik zie de blazar duidelijk op 25 boogseconden ten westen van buurster GSC 3206-1047 die volgens Skysafari magnitude 13.2 heeft. BL Lac lijkt even helder als deze ster, ik heb hem dus te pakken op zijn maximum.

Verder naar het noorden tref ik NGC7209 aan, een leuk fijn cluster in de vorm van grofweg een hoofdletter D. En dan volg ik de zigzaggende hagedis verder omhoog naar planetaire nevel Merrill 2-2, bij Buurman en Buurman ook bekend als PK 100-08.1 . In het oculair zie ik een wazige ster, met veel vergroting kan ik er niet meer van maken. Maar hij reageert wel leuk op mijn OIII-filter, waarbij de veldsterren zwakker worden en de planetaire nevel bijna net zo helder blijft.

Bovenin de hagedis kom ik nog terecht bij het mooi open cluster NGC7243, waar ik jaren geleden een loopvogel in zag en nu een vraagteken of in elk geval een sierlijk gebogen vorm. Ik kan spreken van een geslaagd rondje Lacerta.

Inmiddels is het na twaalven en door de volwassen geworden bomen priemt een helder licht. In de zoeker zie ik veel bladeren en in het oculair een hele wazige Mars. Maar zodra de rode planeet eenmaal achter het blad vandaan is ben ik onder de indruk. Zo mooi heb ik Mars nog niet gezien. Voor het eerst zie ik de poolkap, en niet zo zuinig ook. Ook zie ik heel duidelijk details, alsof je naar een soort wereldkaart kijkt. Ik kan de vorm niet heel goed vastleggen, maar toch heb ik een poging gewaagd. Ik vergroot flink door tot 300x, en ondanks dat de planeet duidelijk onder water ligt kunnen de details de matige seeing blijkbaar goed hebben. Omdat de planeet zo fel is, lijkt de planeet eerder maangrijs met een rossige gloed dan echt rossig, en dat heb ik dan ook in de schets verwerkt.

Dijkgatsbos, dinsdag 15 september 2020

En dan is het weer hoog tijd voor een echte sessie onder een donkere hemel, en dan is het weer niet optimaal maar helder genoeg om de gok te wagen. Dat vindt Esther ook, en wie haar kent herkent haar natuurlijk direct op de foto hieronder. Recht boven haar hoofd staat Arcturus, verder omhoog Corona Borealis en helemaal rechts boven de staart van de Grote Beer.
Rond negen uur ben ik op de parkeerplaats van het Dijkgatsbos, nog gekleed in korte broek want het is nog goed warm. Ik heb net de kans mijn lange broek aan te trekken tegen de muggen als Esther aan komt rijden. Verder zijn er nog wat jongeren die heel stoer aan het spinnen zijn met een opgevoerde Opel Corsa. Gelukkig zijn ze vrij snel weg en hebben Esther en ik het rijk alleen.

Het uitlijnen van zoeker en RDF gaat vanavond een stuk vlotter dan vorige keer en een klein halfuur later ben ik klaar om de blik omhoog te richten. Wel zet ik meteen de dauwverwarming van de vangspiegel aan want het is zo vochtig dat de laserstraal duidelijk zichtbaar is tijdens het collimeren. Ook hoog in de atmosfeer zal veel vocht zitten want de transparantie lijkt niet optimaal. Maar allez he, ik ben weer eens lekker onder de sterren.

En oh ja, sinds kort heb ik een smartphone die voorzien is van een heuse Astrophotography mode. In combinatie met een gorilla-statiefje dat ik al had met Bluetooth-afdrukdinges, kan ik daarmee nu foto’s nemen zoals deze. Wel heb ik de kleuren wat naar het blauw getrokken want de oorspronkelijke foto’s zijn viesbiljartlakengroen. Hieronder de Harroscoop en de standaard, met rechtsboven Perseus. Het Saxophone Cluster (Mel 20) is goed te zien bij Mirfak. Net boven de standaard zie je Capella en Menkalinan van Auriga en boven de telescoop Muscida, de neus van de Grote Beer.

En nee, ik word geen astrofotograaf want van de zomer heb ik in Frankrijk met een geleende Canon 450D, 10×10 lights gemaakt van aangrenzende delen van de Melkweg van Saggitarius tot Perseus, en 2×10 darks. Ondanks zorgvuldig scherpstellen bleken alle lights onscherp. Conclusie: van die hobby word ik niet blij, en ik heb nog meer respect voor degenen die hem wel met succes beoefenen.

Waarnemen dus. Die middag heb ik weer even in de IDSA gekeken of er in en rondom Lacerta nog leuke objecten zijn. En natuurlijk zijn die er. Zo viel mijn oog bijvoorbeeld op Hu (Humason) 1-2, een planetair nevel in Cygnus, vlakbij Lacerta. Blijkt dat Esther die ook op haar waarneemlijst heeft. Terwijl zij eerst M27 en M76 te grazen neemt en op papier zet, ga ik als een echte vent recht op mijn doel af en zet Hu 1-2 in beeld. Gelukkig ben ik het starhoppen nog niet verleerd, en het sterveld in mijn oculair komt goed overeen met de plaats waar de planetaire nevel is aangegeven. Toch twijfel ik, want Skysafari geeft vlak naast Hu 1-2 een veldster aan, Milburn 899. Volgens de app is deze van magnitude 11, waar Hu 1-2 het met 11.8 moet doen. Daarom vrees ik dat ik de ster zie in plaats van de nevel, ook al is het een wat langwerpige ster. Maar wanneer Esther een blik door mijn oculair werpt, en de nevel even later zelf in beeld heeft, is ze overtuigd dat dit geen ster is. Ik vergroot nog even door van 300x naar 600x met de Barlow, en ja, dan is Milburn 899 wel erg wazig en uitgerekt. Misschien dat de veldster het langwerpige aanzien van de nevel versterkt maar ik ben overtuigd genoeg dat we Hu 1-2 hebben gezien.

De Melkweg is goed te zien, ondanks de matige transparantie. Zelfs mijn smartphone weet er met zijn slimme software wat van te maken. Hier is Cygnus te zien met Deneb onder, en Vega van Lyra boven.

Een uitstapje binnen het zonnestelsel brengt me naar komeet 11P/Tempel-Swift-LINEAR, in Pegasus, met magnitude 10.2 . Moet ik kunnen hebben dacht ik, maar helaas zie ik op de aangegeven plaats helemaal niks. Nu weet ik dat Skysafari met posities en magnitudes van kometen nogal eens affreus naast de pot kan piesen. Terug naar de diepe hemelen.

Mijn grootste liefhebberij bij het deepsky-waarnemen is het uitpluizen van galaxyclusters. Vanavond valt de keuze op Abell 2634. Voor wie een IDSA heeft: detailkaart D27. Het  hoofdstelsel van dit cluster is NGC7720, en dat is dan ook de enige die ik zie. Ik zie wel veel meer, maar dat is hoogstwaarschijnlijk ruis van mijn netvlies. Dit galaxycluster blijft dus op mijn verlanglijst staan voor een transparantere nacht.

En voor je het weet is het alweer tegen twaalven. Ik laat de uitdagende objecten verder voor wat ze zijn en ga over op showpieces. Het Andromedastelsel M31 blijft altijd indrukwekkend en ik zie duidelijk een stofband aan de noordoostkant. En ook de kleine buren M32 en M110 geven acte de présence. Ook de smartphone weet M31 te vinden en ook het Dubbele Cluster dringt door tot de kleine camerelens. Die laatste NGC884 en NGC869 zijn natuurlijk een stuk indrukwekkender in het oculair en ik word weer erg blij van het weerzien.

Dat het najaar eraan komt blijkt wel uit de Pleiaden die net boven de boomtoppen uitkomen.

De foto hieronder is genomen door de zoeker maar is nog geen schaduw van het visuele beeld. En dat vind ik gelijk het mooiste van deze hele avond, het Zustercluster boven de groene boomtoppen tegen een diep-donkerblauwe hemel. Absoluut indrukwekkend.

Boven de noordelijk hemel is de hele Grote Beer ondertussen op zijn pootjes geland. Het is al na twaalven en Esther gaat opruimen. Ook ik vind het mooi geweest, ik kan tevreden terugkijken op een een mooie waarneemavond.