A kid in a candy store

Splitsville

Leiden, zondagavond 12 februari 2016

De sneeuw die nog in de stad ligt ondanks de ingezette dooi, reflecteert veel licht op de heiige hemel, die daardoor oranjewit toont. Van Orion zijn alleen de helderste sterren te zien. De meest westelijke ster van de gordel, Mintaka, is zelfs nauwelijks te zien. Maar helder is het, dus waarnemen zal ik. In het boek “Turn Left at Orion” is een hoofdstuk gewijd aan dubbelsterren in het titelsterrenbeeld, en daar ga ik me eens heerlijk op uitleven.
Alle dubbelsterren uit dit hoofdstuk en enkele andere gaan op de waarneemlijst die ik enkele dagen eerder aanmaak in SkySafari. Deze avond ga ik lekker aan de gang, met de 10″ Dob. En wat is het dan lekker om een goed werkend volgplatform te hebben, dat na vervanging van de as de objecten nu gewoon een uur lang in beeld houdt, zelfs bij hoge vergroting.

De aftrap wordt gegeven door η Orionis, die een rechte hoek maakt met de drie sterren van de Gordel van Orion. Dit is meteen een pittige rakker met een scheiding van 2″. Gelukkig is de seeing best ok, had ik al gezien aan het Trapezium. Daar is de E-ster duidelijk te zien en de F-ster met enige moeite. η Ori is dan ook netaan te scheiden, op een vrij bescheiden vergroting van 125x met de 10 mm Ortho.
Next is 32 Ori nabij Bellatrix, en deze is met 1.3″ scheiding nog wat heftiger dan η. Ik gooi er dan ook iets meer vergroting tegenaan, 156x met de 8 mm Planetary. Het resultaat: een samengesmolten tweetal als een 8, dansend in de eigen sparkles. Niet echt te scheiden dus, maar wel duidelijk als tweetal zichtbaar. Mintaka aan de westkant van de Gordel is een heel stuk wijder met 33″. Hier volstaat dan ook het 24 mm widefield Maxvision-oculair, dat het tweetal al wijd uiteen zet. Σ (Struve) 745 en Σ 747, vlak onder M42, zijn ook zulke ruim bemeten tweetallen met 29″ voor 745 en 36″ voor de Boeingdubbelster. De beide dubbels staan mooi samen in één beeldveld.

Hogerop in Orion weer, vinden we Meissa, die met viereneenhalve boogseconde weer wat krapper in zijn vel zit. Een vergroting van 156x is echter ruim voldoende om het tweetal te splitsen. Daarna keer ik terug naar M42 voor θ2 Ori, vlak naast het Trapezium. Daar staat een drietal sterren, waarvan ik de helderste voor θ2 Ori aanzie. Helaas kan ik deze ster met geen mogelijkheid splijten en raak ik even in de war, totdat blijkt dat θ2 Ori het drietal is. Even boven M42 vinden we 42 Ori. Deze ster is met 1.2″ scheiding eg nauw en is daarmee net als 32 Ori een achie. ι Ori is de  helderste van de twee heldere sterren onderaan het zwaard van Orion. De ster en luistert ook naar de Arabische naam Nair al Saif, wat dan ook betekent: de heldere van het zwaard. Behalve in het hooikoortsseizoen want dan heet de ster Hatsya. Het tweetal is vrij ruim met 11″. Achteraf blijkt het een drietal te zijn, met een C-component op 49″. Die heb ik met magnitude 9.7 ongetwijfeld wel gezien edoch niet als component herkend.

Richting de Gordel vinden we σ Ori en Σ 761. Σ 761 blijkt ook weer een drietal waarvan ik nummer drie heb gemist. Als tweetal is hij met 9″ redelijk wijd met ongeveer gelijke componenten. Bij σ Ori raak ik even in de war want SkySafari geeft daar een scheiding aan van 0.2″ en da ken nooit nie natuurlijk met een amateurdobpie. Dat is dan weer de beperking van een app als SkySafari, want terug binnen bij Turn Left at Orion leer ik dat het, oh ja, een vijftal is waarvan componenten AB die 0.2″ uit elkaar staan. De heldere comonenten D en E zie ik, de veel zwakkere C heb ik gemist. Volgende keer eens extra goed op letten.
In de Gordel zelf , dit keer aan de oostkant, kom ik bij Alnitak. In tegenstelling tot zijn wijde tegenvoeter Mintaka draagt Alnitak skinny jeans met 2.2″ scheiding. Met 156x is hij goed te scheiden, wat netaan ook nog geldt voor 52 Ori. Dit tweetal is met 1.2″ zelfs nog closer dan Alnitak.

Tenslotte ga ik op zoek naar Object van de Maan Vesta, hoog in Gemini. De starhop vanuit Pollux is eenvoudig en hier bewijst de starhopapp zich weer ten opzichte van papieren zoekkaarten. De planetoïde is duidelijk en heler zichtbaar als een geelwitte stip. Voor mij is het de eerste keer dat ik zo’n rotsblok in beeld heb en dat werd ook wel eens tijd na drie jaar in de hobby. Toch een bijzonder idee dat je naar een object zit te kijken op relatief een steenworp afstand, tegen de achtergrond van al die sterren op lichtjaren afstand.
Omdat ik nu toch met objecten van de maand bezig ben zwiep ik nog heel even verder naar Cancer, waarvan onder deze lichte hemel alleen in de zoeker de helderste sterren zichtbaar zijn. En passant pak ik even M44 mee; het cluster vult het beeldveld en heeft zelfs onder deze omstandigheden zijn charme. Vandaar zak ik af naar Acubens, waar object van de maand M67 vlakbij staat. Ondanks de lichte hemelachtergrond weten toch een stuk of twintig tot dertig sterren het te schoppen tot voorbij mijn oculair, met op de achtergrond een hint van stardust om te achterblijvers te vertegenwoordigen.

Nadat ik nog een vruchteloze poging op Sirius B heb gedaan – nou ja, af en toe denk ik een pup te zien oplichten in de sparkles, maar ik vind het niet overtuigend genoeg – ga ik opbreken. Netjes op tijd, even na tienen. De charme van de winter. Het is een korte maar leuke sessie geweest.

 

A kid in a candy store

Breezanddijk, dinsdagavond 14 februari 2016

Een korte maar leuke sessie, daar wil ik er wel meer van. En dan nu ook maar eens onder een donkere hemel. Kort, omdat om tien uur de maan al opkomt. En leuk, omdat je in die twee uur dat je daar bent gewoon heerlijk kunt genieten van al het moois daarboven. Zoals open clusters in Monoceros en omstreken, die onder vanuit deze locatie gewoon heel leuk blijken te zijn. Revanche voor de vorige keer dat ik deze objecten vanuit de stad bekeek. En het leuke is dat sommige van die open clusters al in het widefieldoculair oplichten als gloed, zodat je snel weet waar je moet wezen. Een soort glow in the dark.
Nadat ik op tijd ben vertrokken naar de Afsluitdijk kom ik daar nog voor achten aan. Jan is al ter plaatse en heeft vanwege de zuidoostenwind voor een plek aan de voet van de dijk gekozen. Prima keuze, de hele avond is de wind wat mij betreft geen spelbreker. Ook deze avond heb ik weer veel plezier van het gereviseerde volgplatform, hoewel ik het schetsen ook nu laat voor wat het is. Open clusters he, veel te veel gedoe, al die sterren… Nee hoor, ik ga me graag nog eens wijden aan een exemplaar, maar nu is de tijd te kort. Lekker rondzwiepen en ontdekken, luidt het devies vanavond. Kijken, proeven en genieten, alsof je als kind wordt losgelaten in een snoepwinkel.

Als eerst kom ik bij de exoten Basel 7 en Collinder 111 uit, die ik vanuit Leiden niet kon zien. Goed, vanuit Breezanddijk ook niet. Niet te onderscheiden van de omgevingssterren in elk geval. Blijkbaar is het normaal dat de eerste objecten niet lukken op zo’n avond, ik schijn niet de enige te zijn die daar last van heeft. Maar het goede nieuws is dat dit dan ook de zowat de enige objecten zijn die niet lukken. De rest slaagt hier, een uitzondering daargelaten, met vlag en wimpel. En daarom hou ik van Breezanddijk.

In Leiden had ik NGC2286 al opgezocht maar dat was een twijfelgeval, niet echt te onderscheiden van zijn omgeving. Deze keer is dat wel anders, wat een leuk ding is dit. Op 156x met de 8 mm Planetary zie ik een hele groep sterren tegen een achtergrond van stardust, waarin duidelijk een soort donkere lanen of vlekken zijn te zien. Voor NGC2304 in Gemini liet ik in Leiden mijn stoel niet omdraaien maar hier is een een leuk, klein maar fijn ding. Ik weet dat de Jewel Box in het verre zuiden staat maar misschien is dit zijn kleine broer. NGC2266 was vanuit de Sleutelstad wel al leuk te zien als een rij sterren met daaronder een driehoekige gloed. Hier is het cluster echt heel fraai, waarbij de driehoekige gloed perifeer twinkelt van fijne sterren.
Een andere Leidse zeperd was NGC2324 in Monoceros, maar ook deze open sterrenhoop kan me onder de donkere Afsluitdijkhemel wel degelijk bekoren. Als een vlam verschijnt hij vanuit een rij van relatief heldere sterren. Of misschien is een scheve kerstboom nog een betere omschrijving. The Alternative Christmas Tree Cluster.

Van grover kaliber is NGC2335, een klein aantal vrij heldere sterren laat duidelijk zien waar het cluster staat, maar een achtergrondgloed verraadt dat er meer in het cluster zit. Dat geldt ook voor NGC2354 in Canis Major, maar daar kom ik later op de avond pas achter want nu staat dit cluster pal in de lichtbundel van Blue Energy, een testopstelling voor energiewinning uit het verschil tussen zout en zoet water. Jammer, even wachten tot hij daar voorbij is en dan bovendien nog wat hoger staat. Terug naar het kopspiespaard geraak ik bij NGC2353, dat ook helder is en van grof postuur. Onderweg naar NGC2506 kan ik het niet laten om even langs te gaan bij M46 en M47, die liggen tenslotte op de route. Leuk, altijd leuk. Normaal ben ik helemaal geen snoeperd, maar op zo’n avond… NGC2506 is dus zo’n glow in the dark-cluster, ik hoef mijn starhop niet af te maken. Daar is ie al. Een leuke heldere sterrenhoop.

Ondertussen is Jan druk op galaxyjacht in de Grote Beer en de Leeuw, en niet zonder succes. Waar ik nog volop aan het wintersporten heeft mijn waarneemmaat allang de voorjaarskriebels te pakken. Het is al wat later en de Grote Hond is op zijn culminatiepunt. Tijd om de duikvlucht in te zetten naar NGC2354. Het cluster is nu gelukkig goed zichtbaar, het is rijk aan sterren en lijkt vrij grofkorrelig. Maar door de lichtvervuiling die daar toch nog aanwezig is komt het object niet helemaal tot zijn recht. Hogerop gaat dat veel beter bij NGC2360, en dat is dan ook meteen een heel leuk cluster. Het heeft de vorm van een ongelijke driehoek, als een vlucht trekvogels aangevoerd door een heldere ster, en doet me daarmee sterk aan M11 denken. De noordflank is wat helderder dan de zuidelijke helft. Nog hoger, in Gemini, stuit ik op NGC2395, die vorige maand in Leiden bleef steken achter de stadshemel. Hier is het een mooi, ook al V-vormig maar grof uitgevallen cluster.
Vlakbij dit cluster staat Abell 21 of PK 205+14.1, beter bekend als de Medusa Nebula, dus die probeer ik ook. Tevergeefs helaas, na enige tijd intensief turen bij verschillende vergrotingen en filters laat ik de nevel voor wat hij is. Omdat het een vrij grote planetaire nevel is lijkt de lagere vergroting mij het beste, en met UHC- of OIII-filter meen ik een zweem van neveligheid te zien rondom de ster die in de nevel zou moeten staan. Maar ik vind het zeker niet overtuigend dus ik beschouw hem als nog niet gezien.

Om ook nog even in voorjaarsstemming te komen pak ik nog even spiraalstelsel NGC2775 in de Kreeft mee, als prelude op de galaxyjacht die ik komende sessies hoop te openen. Het enigszins ovale stelsel is mooi en duidelijk te zien. Ook hier spreekt de donkere hemel van Breezanddijk weer duidelijke taal. Het is dan ook net op tijd want de maan begint zijn plaats aan de hemel op te eisen. Het is na tienen en tijd om in te gaan pakken, ondertussen heeft de kou bezit genomen van mijn ledematen. Maar om het niet af te leren neem ik ook hier nog even object van de maand M67 op de korrel en drommels, wat is dat ding hier mooi. Ik heb ze niet geteld maar ik denk dat er zeker honderd sterren te zien zijn, heldere, en fijne zwakkere die hier en daar mooie groepen en sterkettingen vormen.

Opgewarmd en enigszins eufoor rijd ik net nog voor twaalven mijn straat in. De charme van de winter. Waarin je goed op je vitamines moet letten. Ik heb ze voor deze maand alvast weer binnen. Snoepen is gezond.