The day after
Leiden, dinsdagavond 29 november 2016
Na die geslaagde star party op de Afsluitdijk vorige week maandag is het de dinsdag erop ook weer kraakhelder. Vanuit het raam van mijn kamer op kantoor zie ik een oranjerode zon opkomen aan een staalblauwe lucht. Na zo’n korte nacht kom ik de dag toch altijd verrassend goed door, maar dan wel die avond vroeg in bed om de tweede dag niet in onderdelen uiteen te vallen. Even speel ik nog met de gedachte om vanavond gewoon weer te gaan, naar het Dijkgatsbos, maar deze keer wint de rede het. Tenslotte is het voor vrouw en kinderen ook wel plezierig als ik enigszins intact blijf.
Na een productieve dag keer ik dan ook huiswaarts maar omdat het nog steeds zo helder ik kan ik het niet over mijn hart verkrijgen om de Dob in zijn kast te hangen en dus zet ik hem maar in de tuin. Ik moet en zal nog even van deze avond gebruik maken, al is het maar één object. En dat is open cluster NGC2169 bovenin de opkomende Orion. Het is nog vroeg in de avond dus ik moet de Dob naar een hoek slepen om het goede stuk hemel, net boven het dak van de overburen en naast de boom aan de overkant, in beeld te krijgen. De starhop is niet moeilijk en al snel staat het cluster in beeld, dat wel uit twee delen lijkt te bestaan en ook wel bekend staat als het 37- of Nederland-cluster. De lucida van het cluster blijkt een leuke dubbelster te zijn, wat me pas opvalt nadat ik terugkeer bij de telescoop nadat ik de kleinste twee jongens op bed heb gelegd.

En dan is het nu echt bedtijd voor de star party animal. Toch maar mooi weer even een stadsobject gepakt.
Miresha’s Marvel
Leiden, vrijdagavond 2 december 2016
Hoewel het eerder in de week niet werd voorspeld is het na een paar dagen bewolking weer helemaal opengetrokken. Weg kan ik vanavond niet dus het wordt weer een tuinsessie. Een mooie gelegenheid om mijn vroegere overbuurvrouw uit te nodigen voor een herkansing voor de vorige keer, toen het dichttrok vijf minuten voor ze arriveerde. En deze keer is het raak. Ik laat haar een aantal showpieces zien zoals de Pleiaden, het dubbele cluster, het Andromedastelsel en de open clusters M38 en M35. Wanneer ze de Pleiaden in het oculair ziet is ze onder de indruk en ook over de andere objecten klinkt enthousiasme. Maar ook over de sterren Betelgeuze en Rigel, waarvan ze duidelijk ziet dat de ene rood is en de andere blauw. Na een kop koffie om op te warmen is de Orionnevel boven het dak van de overburen gestegen en ook dit object is natuurlijk indrukwekkend, zelfs nog vanuit de stad. Natuurlijk laat ik niet na te vertellen dat het vanaf de Afsluitdijk allemaal nog een stuk indrukwekkender is…
Nadat Miresha terug naar huis is vertrokken leg ik nog even aan op NGC1931, waarvan ik vorige keer maar één centrale ster zag. Voortschrijdend inzicht heeft me geleerd dat het er vier moeten zijn; ik zie er bij flinke vergroting drie. En natuurlijk is de ronde gloed om het trapezium te zien.
Microwaarneemdip
Zaterdag vieren we Sinterklaas. Gezellig, binnen, warm. Buiten is het helder, en koud, heel koud. Na afloop steek ik even mijn hoofd buiten de deur. En snel weer naar binnen. Vanavond heb ik echt heel erg geen zin om buiten te gaan zitten. Gewoon echt niet. Brrrr. Es, koffie?
Winter forest
Dijkgatsbos, zondagavond 4 december 2016
Natuurlijk kunnen we het voorgaande in perspectief zien van de stabiele weersvoorspelling voor zondagavond. ‘s Middags gaat de boel in de auto en om een uur of zeven vertrek ik naar het noorden. Rond half negen rijd ik het parkeerterrein van het Dijkgatsbos op waar al een man of zeven in volle actie zijn. Vooraan staan Cloudbuster en RoelandM, verder op het parkeerterrein hebben HansWeijers, Oetie, Janbstar en Henk hun bivak opgeslagen. Ik neem plaats naast Jan, bij wie ik al snel wordt getrakteerd op de Collarbone nebula. Een ronde vlek lijkt zich om een heldere ster te tonen. Even later verschijnen ook Willem en Harro met hun zware artillerie.
Geïnspireerd door het laatste waarneemverslag van Jef de Wit ga ik op zoek naar het Pegasus 1 galaxycluster. Ik heb nog even voordat Pegasus achter een boom verdwijnt dus ik grijp nu mijn kans. De starhop heb ik thuis al geoefend op SkySafari en die is niet moeilijk. Jawel, ik heb de app aangeschaft voor de smartphone en mijn papieren atlas met pensioen gestuurd. Nou ja, die heb ik nog wel stand by, maar ik ben helemaal klaar met het gehannes met rode lampjes en atlassen die in het donker van de standaard lazeren terwijl je een schetsvel pakt. De android-app heeft een goede nachtstand en gaat met sterren tot magnitude 12 een pak dieper dan mijn Deep Sky Hunter atlas. En dan heb ik de bescheiden Plus-versie. De wat prijziger Pro-versie gaat tot magnitude 18, misschien wat voor later. In elk geval bevalt het prima, de lamp heb ik alleen nog maar nodig bij het schetsen.
Eens aangekomen op de afgesproken plaats komen er al snel twee galaxies opdagen. Het zijn de heldere NGC7627 (linksboven) en 7619 (midboven). Kort daarna voegt ook nummer drie zich bij het gezelschap, te weten NGC 7623 (helemaal linksonder). Het drietal vormt een mooie Y met in het midden een heldere ster. Uiteindelijk verschijnt ook een vierde stelsel ten tonele, NGC7631 (uiterst rechts). Het cluster bevat nog veel meer galaxies maar die blijven vooralsnog incognito. Daarvoor is toch een donkerder hemel nodig. Of betere waarneemvaardigheid. Of toch maar eens een grotere kijker? Hmmm, het heerst tegenwoordig. NGC7631 valt eigenlijk buiten beeld dus daarvoor heb ik het beeldveld iets naar rechts uitgerekt.

Hoewel de lucht vrij droog leek blijkt het in de loop van de avond juist erg vochtig. De oculairs beslaan dan ook snel en al snel kan ik niet meer verder. Tijd om onorthodoxe maatregelen te treffen; de 24 mm Maxvision gaat in mijn jaszak en de de 8 mm, die ik het meest gebruik, leg ik onder mijn sjaal op het sleutelbeen. Het blijkt te werken want na vijf minuten zijn de oculairs warm en dauwvrij, en blijven dat ook een flinke tijd. Ik hoef de behandeling voor de 8 mm maar enkele malen te herhalen.
Ondertussen smaakt de hete koffie goed met de bounties van Jan, en Esther heeft NGC7448 in beeld dat de vorm van een komma zou moeten hebben. Die vorm zie ik wel, twee keer zelfs, de eerste keer boven en de andere keer onder. Ja, galaxies draaien bij mij om hun as maar deze keer spiegelen ze zelfs. Hoog tijd om eens bij TomC in de leer te gaan.
Speaking of whom, mijn volgende object bevindt zich vlakbij het object van de maand M34. Eén graad ten oosten van het H-cluster staat een kleine planetaire nevel die door de Vlaamse meester werd genoemd als icing on the cake bij het maandobject van december. De nevel wordt aangeduid als Abell 4 maar gaat ook door het leven onder de pseudoniemen ARO 205 en PK 144-15.1. Dat ge het maar weet. ARO? Never heard of maar het blijkt te staan voor Algonquin Radio Observatory in Ontario, Canada. ARO is een catalogus voor planetaire nevels.
De starhop vanaf M34 is opnieuw niet moeilijk; het waarnemen zelf is een heel ander verhaal. In eerste instantie ben ik niet overtuigd. Na wat gestoei met filters kies ik voor OIII, want daar lijk ik, bij een vergroting van 156x, het vaakst iets mee te zien. Maar voor de zekerheid haal ik ook Jan en Esther er even bij. Na zelf nogmaals eens flink perifeer te hebben getuurd wordt de dikke stip steeds duidelijker. Typisch zo’n ding dat af en toe oplicht als je net even ergens anders kijkt zodat het object denkt dat je niet kijkt. Daarbij valt me op dat zwakke objecten als dit soms oplichten als vlek maar ook af en toe als een stellaire speldenprik. Ook bij galaxies doet dat verschijnsel zich bij mij nogal eens voor. In elk geval ben ik overtuigd genoeg om van een positieve waarneming te spreken.

Her en der om me heen klinkt enthousiasme. Vooral van Willem en Harro komen nogal wat “Oooh, moet je nou eens kijken”s langs, en achter me klinken vreugdekreetjes van een blije Esther die Merope- en Paardenkopnevels bij de kraag heeft weten te vatten. Mijn eigen enthousiasme is minder vocaal maar niet minder intens; ik vind het nu al een uiterst geslaagde avond. En dan heb ik nog niet eens het Perseus-cluster in beeld gehad. Kan ik nu gerust doen; waarschijnlijk ben ik nu toch al besmet met het aperture fever-virus door het Pegasus 1-cluster, als ik dat al niet was door Jans H-Beta-aspiraties, Esthers Arpthousiasme of de aanblik van de kanonnen van Harro, Roeland en Willem.
Ook hier is de starhop het probleem niet; een kwestie van naar links scrollen voorbij Algol. Hier moet ik iets langer wachten op de verwachte galaxies maar uiteindelijk is het er nog een meer dan in Pegasus. Drie zijn er vrij snel duidelijk te onderscheiden; de andere twee heb ik achteraf moeten verifiëren. Als eerst springt NGC1275 alias Perseus A in het oog (mid-onder), evenals NGC1272 (midden). Ook NGC 1278 (linksonder) laat zich vrij makkelijk vangen. De twee kuitenbijters zijn NGC1270 en NGC1267 (bovenin). Ook dit cluster bevat veel meer galaxies dan deze vijf maar die zijn nog een beetje verlegen. Die zal ik in de toekomst nog eens een grotere spiegel voorhouden.

Inmiddels staat Orion al mooi boven de boomtoppen en ik ga me maar eens kwaad maken op de Flame Nebula (NGC2024). Ik kijk en kijk, en op een gegeven moment denk ik dat het een fail wordt. Gelukkig schiet Jan te hulp, die beschrijft wat ik zou moeten zien. En lo and behold, een iets donkerder baan loopt van boven naar onder door de hemelgloed, tussen twee sterren door, en rechtsboven een subtiele verheldering.De baan beweegt mee bij dobscrollen dus het is geen dauw of vuil in het oculair. Hebbes! Spectaculair is het allemaal niet en van de anderen begrijp ik dat de nevel bij goede omstandigheden beter zichtbaar moet zijn. Dus deze nevel kan opnieuw bezoek verwachten. Hoe dan ook ben ik tevreden.
Natuurlijk ga ik ook nog even op bezoek bij good old M42. Daar blijkt de seeing niet top te zijn want ik zie maar vijf sterren van het Trapezium. De nevel zelf is natuurlijk gewoon genieten. Ook neem ik NGC1931 in Auriga nog even mee maar zijn trapezium telt maar drie sterren. Het is alweer tegen enen en misschien moest ik maar eens gaan opbreken want morgen is een werkdag. De meesten zijn al vertrokken; ik ben over met Jan en Martijn. Mijn blik dwaalt nog even over de Melkweg die net als de vorige keer in Breezanddijk, prachtig helder is en zich uitstrekt van Cygnus tot Gemini. Ondertussen vertrekt ook Jan en ik ga nog even kijken bij Martijn, die de hele avond in alle rust een ware strooptocht heeft gevoerd. Nadat ik mijn telescoop met een laag ijs in de auto heb geladen vertrek ik met stadslicht om Martijn niet te hinderen en ben vervolgens de uitgang kwijt. Gedesorienteerd rij ik bijna letterlijk het bos in, waarop ik toch maar even het dimlicht aanzet. Juist, de uitgang is verder naar links dan ik in mijn hoofd had.
Toch lekker, die warme auto. Om drie uur in bed, niet slecht voor een doordeweekse dag. Het was het in elk opzicht waard.