Breezanddijk, dinsdagavond 16 juni 2015
Die dag, of eigenlijk de hele week, bevind ik me in een algehele staat van fysieke malaise. Moe, hoeveel ik ook slaap, en geen puf om iets te doen. Mijn smartphone zou zeggen: battery critically low, connect charger immediately. Zelfs sterren kijken zit er wat mij betreft niet in, als het zou kunnen. Maar het weer ziet er niet gunstig uit. Geeft helemaal niets, vanavond lekker vroeg naar bed.
Dacht ik.
Onderuit op mijn stoel check ik astroforum en daar meldt een nieuw lid dat het vanavond wel eens mooi helder zou kunnen worden. Een ander lid reageert dat hij de volgende dag moet werken en overslaat. Ja, en dat doe ik dus ook.
Dacht ik.
De lucht buiten is nu toch wel heel erg blauw. Er begint iets te knagen. Dan maar eens voorleggen bij de anderen, wat die doen. En verhip, twee heren zien het wel zitten om vanavond te gaan. ArnoM en hansweijers reageren enthousiast. Oops, zoveel enthousiasme had ik niet verwacht.
Terwijl ik dit hersenhelftscheidende dilemma overdenk schiet me opeens te binnen wat de oorzaak van mijn fysieke malaise zou kunnen zijn. Zo eenvoudig, dat ik daar niet eerder op ben gekomen. Mijn medicijnen tegen hooikoorts. Omdat mijn pillen van de huisarts op waren heb ik maar even een strip bij de drogist gekocht. En dat is waar ook, daar werd ik suf van. Laat die strip nu net op zijn en het herhaalrecept voor een niet-drogerend medicijn zijn opgevraagd.
Gewapend met dit inzicht besluit ik om mijn moeheid te trotseren. Ik ga mijn spullen pakken en weer op het jagerspad. Natuurlijk is mijn binnenhuisdeepskyjuweel enigszins verbaasd over deze wending maar na 21 jaar weet zij inmiddels wel dat ik toch niet spoor. Zodoende ziet ze af van enige poging om mij te weerhouden en wenst me veel plezier. Om tien uur zet ik de zelfontbrander aan het werk en na een bezoek aan het plaatselijke tankstation voor een verse plas peut richt ik de Double Chevron weer op het Noorden. Raar woord eigenlijk, tankstation. “Mevrouw, hoe laat vertrekt de volgende tank naar Amsterdam CS?”. Zou wel handig zijn, met zware kwetsbare optiek. Alleen het in- en overstappen dan weer niet.
Ondertussen blijken zowel Arno als Hans het niet te houden en zijn die twee ook reeds vertrokken. Onderweg ben ik nog enigszins bezorgd om de wolkenvelden in het noorden en westen. Deze blijken echter steeds verder weg te wijken naar gelang ik verder noordwaarts rijd. De twee heren zijn dan ook al lang en breed gearriveerd als ik aankom op de basaltvlakte. Tot mijn lichte ontsteltenis ligt er in de haven een schip aangemeerd dat een royale verlichting voert. Arno en Hans zijn dan ook wijselijk helemaal naar het eind van de pier gereden, zover mogelijk van het vaartuig af. Het is vrijwel windstil dus die plaats levert geen problemen op. Nadat Hans en ik onze auto’s strategisch hebben geparkeerd om zoveel mogelijk licht te weren kan de jacht beginnen.
In tegenstelling tot vorige week is het nu gelukkig mooi helder. Als eerste richt ik de blik op Saturnus, en die staat er een stuk fraaier bij dan vorige week. Hoewel de planeet wel wat wappert is het beeld vlijmscherp met een Casssinischeiding die over de hele ring zichtbaar is en een duidelijke bruine band midden op de planeetbol. Yummm, dat is een goed begin van deze avond. Ik heb nu al geen spijt van mijn onverantwoorde daad.
Dan doe ik een poging om M62 nog eens in beeld te brengen. De starhop van 36 Oph via M19 naar M62 kan ik inmiddels dromen dus met een vloeiende beweging staat de dubbelster in beeld, maar geen M62. Het is nog te licht. Daar kan ik mee leven dus zoek ik mijn vertier even bij M80, die snel is gevonden en klein maar scherp afgetekend mijn beeldveld siert.
Inmiddels is het redelijk donker en ik waag een tweede poging op M62. En die is raak, de cliffhanger figureert al snel in het oculair en ook de oculairwissel naar 156x verloopt ditmaal soepel. Behalve de inmiddels legendarische dubbelster zijn er nu danxij de betere transparantie ook andere omgevingssterren te zien. Zonder enige scrupules maak ik misbruik van die situatie door van dit tafereel een ruwe veldschets te maken, die ik inmiddels heb uitgewerkt.
Wat deze avond wederom niet lukt is het in beeld brengen van het zuidpluisgespuis M69 en consorten. Wellicht is het in het licht van het seizoen gewoon te licht om deze globs van het zwerk te lichten. Maar de starhop is weer een keer geoefend. Vive la France.
Tijd voor een shot eye candy nu. M11 is snel gevonden en daar ga ik eens lekker van genieten. Niets nieuws maar wel lekker. Dit object fungeert vervolgens als benchmark om mijn reisdob-met-nieuwe-vangspiegel te testen. M11 was vorig jaar zomer te zien op 25x maar bij 50x werd hij te donker. Nu, onder vergelijkbare omstandigheden, blijkt de Wild Duck op die vergroting wel degelijk goed zichtbaar en over 63x doet hij ook helemaal niet moeilijk. Parbleu, het cluster laat zich perifeer zelfs iets oplossen. Missie geslaagd, hiermee heb ik een geducht mobiel widefieldkanon in handen. Op naar de Dordogne…
Nu het donker is ga ik nog even terug naar Scorpius om M4 op de korrel te nemen. En voilà, de bolhoop is goed te zien. Het is duidelijk dat deze hoog in het Shapley-spectrum zit want de hoop is erg diffuus. Op 156x is dat goed te zien. Maar wat ik ook meen te zien is dat de hoop een soort verticaal langgerekte kern heeft, als het oog van een kat of van Sauron. Had ik toch maar beter thuis kunnen blijven? Begin ik nu dingen te zien die er niet zijn? Een Google-search de volgende dag neemt de twijfel aan mijn mentale gesteldheid weg. M4 blijkt inderdaad een verticale “balk” te bevatten. Deksels, ik leer tegenwoordig meer dan als vijftienjarige op de middelbare school.
Dan meldt Hans dat hij M72 in beeld heeft. M72? In Aquarius? Hmmm, als dat nu al kan dan ga ik ook eens in die regionen kijken. Op mijn waarneemlijst staan namelijk M72 en zijn buren M73, NGC7009 en de iets verder gelegen M2, M75 en M30.
Ik vind het best knap van Hans want ik heb echt even tijd nodig om me te oriënteren. Linxonder Altair zie ik een vrij heldere ster, en ik vraag me af welke het is. Ik vermoed Enif in Pegasus maar ik herken het omliggende asterisme niet in de zoeker. Na enige vijven en zessen blijkt het toch inderdaad om Enif te gaan, en duh, het asterisme is gekanteld omdat Enif nog vrij laag in het oosten staat. Vanuit Enif neem ik de route touristique om uiteindelijk off the road bij M2 te belanden. Deze staat helder en duidelijk in het oculair; ik ben benieuwd hoe hij er later in het jaar uitziet als hij hoger staat.
De volgende halte is M72. Na wederom een mooie rit door een rustieke sterrenomgeving beland ik als eerste bij NGC7009, de Saturn Nebula. De planetaire nevel laat zich goed doorvergroten en op 312x zie ik met OIII-filter een mooie bol met net zichtbare love handles. Ook deze zal ongetwijfels mooier zijn als er weer astronomische duisternis is en het object hoger aan de hemel staat. Dit is eigenlijk nog maar een voorproef. Ik vervolg mijn weg op zoek naar M72 en beland al snel bij het juiste asterisme. Edoch, helaas geen M72. Na enkele minuten perifeer turen en asterisme checken besluit ik het er even bij te laten zitten en ga door naar buurman M73. Hierbij komt de zoekkaart die ik heb downloaded van deepskylog goed van pas, aangezien deze wat meer detail laat zien dan de PSA. Al snel zit ik op de goede plek en zie een pluizig object verschijnen. In tegenstelling tot bij M40 begrijp ik Charles Messier in dit geval wel. Na verhoging van de vergroting naar 156x verwacht ik een asterisme van vier sterren, en op de een of andere manier denk ik dat deze in een soort ruitvorm staan. Ik zie er echter maar drie. Is het hem wel? De plaats klopt, gezien de omgevingssterren. Dan kijk ik nog eens goed perifeer en zie dat de onderste ster twee sterren zijn, die de steel vormen van een Y-vorm. Geheel tegen de nachtzichtetiquette raadpleeg ik mijn Messier-app en zie op de foto dat M73 inderdaad een Y-vormig asterisme is. Beet… en na een korte zwiep zie ik van de weeromstuit M72 in beeld. De bolhoop is wel NGC5053-vaag maar hij staat dan ook M62-laag. Hij is echter wel onmiskenbaar aanwezig, bij perifeer kijken beweegt hij mooi door het beeld bij het bewegen van de buis.
Inmiddels heeft de bemanning van het schip de lichten gedoofd, dus het enige dat ik nu nog van het vaartuig merk is het luidruchtige gepraat van de mannen in de verte en de welriekende dieselwalm die het schip verspreidt. Maar die laatste twee dingen zijn geen belemmering voor het waarnemen.
Vanuit de Theelepel van Sagittarius hobbel ik linksaf naar M75 en deze staat er heel wat prominenter bij dan zijn soortgenoot M72. Het is een kleine bolhoop maar duidelijk afgetekend tegen de hemelachtergrond.
Op zoek naar M30 baan ik me wederom via de Bison Futé een weg dwars door Capricorn, om uit te komen op de dijk. M30 staat nog te laag. Daarom ga ik terug naar Sagittarius, ditmaal stadsdeel Noord, om de Lagoon Nebula te bekijken. Genoeg gewerkt, nu even lekker genieten. En daar biedt M8 alle gelegenheid toe. Yammie, nevel en open cluster in één. Hier biedt mijn OIII-filter weer uitkomst.
Omdat het nu zomer is wil ik de blik ook omhoog richten, naar de nevels in de Zwaan. En passant doe ik de dubbelster γ Delphini aan, de al op lage vergroting mooi wil splijten. De kleur springt er niet echt uit maar in mijn beleving neigt de hoofdster naar geel en de begeleider naar blauw.
Aangekomen in Cygnus zoek ik als eerste de Veil Nebula op. Maar nu begint de vermoeidheid echt zijn tol te eisen. Moeilijk is de plaats van de nevel niet te vinden maar ik zie hem niet, ook niet met OIII-filter. Ook de Crescent wil niet lukken. Misschien speelt de grijze nacht me hier parten, maar ik ben nu ook gewoon echt zo gaar als een souvlaki dus eigenlijk is elke inspanning nu inmiddels teveel. Het valt me trouwens op dat de tijd echt vliegt wanneer je aan het starhoppen en waarnemen bent. Het is ondertussen al drie uur. Arno is allang weg en Hans is ook al een uur geleden vertrokken. Dus ik zit hier toch wel wat draaierig te zijn. Daarom besluit ik de avond in stijl af te sluiten met de grand finale: M13. Altijd genieten en ook nu is het Herculescluster weer een genot voor het oog.
Tevreden en blij dat ik mijn moeheid en de grijze nacht heb getrotseerd laad ik de auto weer in en vertrek naar mijn logeeradres, waar ik rond half vijf arriveer.
Normaal ben ik best een verstandig iemand. Maar nu even niet.